Opinie

Samenwerking als sleutel tot een schone omgeving

 

Eerste pilootprojecten testen nieuwe zwerfvuilaanpak in Erpe-Mere, Aalter, Gent en Charleroi

Hoe kunnen we samen zorgen voor minder zwerfvuil? Deze vraag startte een reflectie bij de leden van Fost Plus. In het kader van de uitbreiding van hun Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid testen we samen met twee intercommunales en in acht gemeentes nieuwe acties tegen zwerfvuil. 

De achtergrond: de impact van plastic producten op het milieu verminderen 

De Europese Single Use Plastics richtlijn stelt dat producenten van bepaalde plastic producten, verpakkingen of andere items, verantwoordelijk worden voor de kosten voor het opruimen en beheren van het zwerfvuil dat ze veroorzaken, met inbegrip van sensibilisering. De drie gewesten werken momenteel aan een nieuw Interregionaal Samenwerkingsakkoord (ISA) voor de omzetting van die SUP-richtlijn in Belgische wetgeving. 

Wie betaalt, bepaalt? 

Bedrijven willen echter niet zomaar die rekening voorgeschoteld krijgen. Ze willen de uitbreiding van hun verantwoordelijkheid ten volle opnemen en mee kunnen bepalen hoe de middelen op de meest efficiënte manier ingezet worden met het oog op een optimaal resultaat, namelijk minder zwerfvuil en meer recyclage. Dat is niet alleen slim vanuit een financieel oogpunt maar ook logisch. Ten eerste zijn verpakkingen die eindigen als zwerfvuil nefast voor een merk. Ten tweede zijn hun recyclagedoelstellingen en doelstellingen voor het gebruik van gerecycleerd materiaal zo ambitieus dat ze wel elke verpakkingen opnieuw moeten inzamelen, willen ze deze behalen. 

Samenwerken op het terrein 

Schaalvoordeel, kennisuitwisseling en kostenefficiëntie. Dat is drie keer winst in het samenwerkingsmodel dat wij voor ogen hebben. Samenwerken met steden en gemeentes op het terrein, met lokale en nationale beleidsmakers en met de afvalsector, maar ook afstemmen met de expertisecentra rond zwerfvuil zoals Mooimakers en BeWaPP. Om de voordelen van zo’n samenwerkingsmodel aan te tonen, zetten we pilootprojecten op met de intercommunale IVAGO (voor Gent), en de gemeentes Erpe-Mere en Aalter in Vlaanderen. In Wallonië werken we samen met de intercommunale TIBI (voor Charleroi) en IDELUX (voor de gemeentes Bouillon, Malmédy, Hotton en Tintigny). Zo kunnen we de aanpak testen in uiteenlopende omgevingen die de diversiteit van het Belgische landschap weerspiegelen. Het is een tweerichtingsverkeer: wij ontvangen inzicht in het operationeel beheer van zwerfvuil vandaag loopt en zij ontvangen extra middelen om acties op te zetten die als model kunnen staan voor een bredere aanpak. Enkele voorbeelden. 

Hotspot-aanpak in Erpe-Mere

In de gemeente Erpe-Mere werden door middel van een zwerfvuiltelling  vervuilde locaties geïdentificeerd en een aanpak op maat uitgewerkt. 
Een daar van is een winkel-woonstraat waar we aan de slag gaan met infrastructuur en gerichte communicatie. 
Via zo’n hotspotaanpak lossen we structurele problemen op. Naast schoonmaken, zorgt betere infrastructuur en sensibilisering dat de omgeving schoon blijft. We trekken waardevolle lessen over de juiste vuilnisbakken op de juiste plaats, participatie van de omwonenden en hoe het best de doelgroep te bereiken. 

Data inzichtelijk maken voor Aalter

Elke stad of gemeente heeft uiteraard al een plan van aanpak. Eén dat rekening houdt met een groot aantal indicatoren: aantal vuilnisbakken, zwerfvuil-hotspots, opgehaalde tonnen uit de publieke vuilnisbakken… Het is echter niet altijd evident om door het bos de bomen terug te vinden. We faciliteren het inzichtelijk maken van de manier waarop de middelen ingezet worden door onder meer de openbare netheid te objectiveren. Dat doen we bijvoorbeeld aan de hand van zwerfvuiltellingen of door het opvolgen van vullingsgraden van de openbare vuilnisbakken. Zo verzamelen we meer informatie, wat moet leiden tot een optimalisatie van de ingezette middelen.  

TIBI zet in op handhaving  

De intercommunale TIBI is van oudsher verantwoordelijk voor de inzameling en het beheer van het huishoudelijk afval in 14 gemeenten in de regio van Charleroi. Sinds 2018 is TIBI verantwoordelijk voor de openbare netheid in Charleroi en sinds 2023 ook in Aiseau-Presle. Dit is uitzonderlijk, aangezien het over het algemeen een verantwoordelijkheid is van de steden en gemeenten. Met onze hulp breiden ze nu hun actieterrein uit naar handhaving; een dienst die ze graag aan alle Waalse steden en gemeenten willen aanbieden. Omdat het een primeur is voor een intercommunale, zetten we, ondersteund door Be WaPP, een handhavingsleertraject op om de contouren van een handhavingsaanpak uit te tekenen. Deze steunt enerzijds op de aanwerving van intergemeentelijke toezichthouders en anderzijds op het gebruik van videobewakingsapparatuur. 

Binnenkort: IVAGO test AI  

De mogelijkheden van artificiële intelligentie lijken grenzeloos. Daarom zullen we samen met IVAGO testen uitvoeren met camera’s voorzien van AI op hun voertuigen om de netheid op straat te meten en de verschillende types afval te categoriseren. We willen nagaan of automatisering betere inzichten kan bieden in het zwerfvuil op straat om gerichter actie te ondernemen (bijvoorbeeld het aanpassen van de veegfrequentie). 

Het mag duidelijk zijn dat elk van deze acties op een of meerdere van de vijf pijlers van een succesvol zwerfvuilbeleid focussen. In het najaar volgt een evaluatie van het samenwerkingsmodel, met het oog op het in voege gaan van het nieuwe ISA.